Luuk aan het woord
“We weten waarom iets wel of niet werkt. En kunnen dat ook uitleggen”
Nieuwbouwwijk de Groote Wielen in Rosmalen is even omvangrijk als veelzijdig. Hier toont FPH Ploegmakers wat het allemaal kan, zoals blijkt uit project Centrumplan. Het infrawerk is uitdagend. Complex en boordevol oplossingen op maat, met resultaat voor de opdrachtgever én het eigen team. Want ben je zelf net gestart binnen de infra? Met een project als dit leer je razendsnel.
Bern Hendrikx is projectleider bij FPH Ploegmakers. Hij kent de wereld van bouw en infra, werkte eerder voor andere bedrijven. Toch valt het hem op hoe jongere collega’s zich juist hier ontwikkelen. “Sommigen lopen stage, anderen komen net van school. In het begin zijn ze bedeesd, maar bij de bouwvakborrel praten ze met iedereen. Die groei vind ik mooi.”
FPH Ploegmakers is een bedrijf waar je opbloeit, wil Bern maar zeggen. “We nemen allemaal onze verantwoordelijkheid. En daar kan een nieuwe collega snel in mee.” Luuk van Lent hoort Berns woorden instemmend aan. “Er zit veel druk achter het werk, dat hoort erbij. Maar is dat geen probleem voor je, dan heb je het hier al snel naar je zin. We hebben gewoon een mooie groep, de onderlinge klik is goed.”
Luuk gaat dan ook met veel plezier naar het werk. Hij liep drie jaar geleden stage bij FPH Ploegmakers en merkte dat de begeleiding goed was. “Er werd naar me omgekeken, ook kon ik snel veel zelf oppakken.” Vandaar dat Luuk bij het bedrijf bleef. Hij begon als assistent-uitvoerder en is sinds een jaar uitvoerder. En dat in het hart van de Groote Wielen, aan de noordrand van Rosmalen.
De nieuwbouwwijk omvat meerdere werken, waarvoor FPH Ploegmakers in opdracht van de gemeente ’s-Hertogenbosch veel infrawerk verzorgt. Sommige projecten worden bouwrijp gemaakt. Dat komt neer op bijvoorbeeld riolering leggen en grond egaliseren, zodat de bouw van woningen kan starten. Andere projecten zijn al een fase verder en daarmee woonrijp, wat ook geldt voor project Centrumplan. De eerste bewoners hebben de sleutel van hun nieuwe woning, meerdere winkels zijn al open. Het winkelplein is klaar, mensen zitten er op het terras. Het enige wat nog resteert is het deel hier langs de plas. En ook daarmee zijn Luuk en zijn collega’s ver gereed. “We begonnen een klein anderhalf jaar geleden, rond de bouwvak is het klaar.”
Luuk en Bern kijken voor het centrum van de Groote Wielen terug op een veelzijdige opdracht. Zie bijvoorbeeld die volledig opgemetselde kademuren. Alleen de voorbereiding was al een klus op zich. Bern vertelt over de damwanden en groutinjectieankers, met op de constructie een stalen afdekplaat. Het bleek de juiste basis voor betonelementen, met onderaan een voet voor het opmetselen van de muren. En wat te denken van de trappartijen, de verbinding tussen wandelgebied en waterkant en de bouw van twee houten vlonders op geheide palen. Noem het volgens Bern gerust een puzzel, maar dan wél een die ze bij FPH Ploegmakers graag leggen.
“Met maatwerk zoals in Rosmalen laten wij ons zien, ik vind ook dat we zo’n project heel goed kunnen uitvoeren. Onze maatvoering en controle zijn op orde, we bereiden het werk grondig voor.” Bovendien, zo merkt Bern op, is FPH Ploegmakers in de Groote Wielen al lang aan het werk. “We begonnen hier jaren geleden met het eerste project. En nu we bijna klaar zijn met het centrum kunnen we in de wijk alweer verder met een ander werk. Dat zegt wel iets.”
De samenwerking met de gemeente ’s-Hertogenbosch verloopt goed, vinden beiden. Het vertrouwen is er, wat ook bleek toen FPH Ploegmakers voor het werk aan de kademuren snel moest schakelen. Om het water op afstand te houden dachten Bern en zijn collega’s in eerste instantie aan een gronddam, verderop in de plas. “We hebben een proefgedeelte gemaakt, maar kwamen er al snel achter dat de wind tijdens de winter te veel golfslag veroorzaakte. Daardoor zou de dam kunnen afkalven en doorbreken.”
Dus kwam er in plaats van de gronddam een extra damwand. En ontstond er, volgens Luuk, als het ware een bouwkuip. “Die hebben we drooggezet, zodat we alsnog ge-noeg droge werkruimte hadden en veilig aan de slag konden. Het was een goede oplossing. En ja, die kregen we snel voor elkaar.” Bern: “Ons bedrijf heeft er de ervaring voor. We weten waar-om iets wel of niet werkt. En kunnen dat ook uit-leggen aan onze opdrachtgever.”
Een kwestie van communicatie dus. Zoals dat uiteraard ook geldt voor de samenwerking met de andere partijen en omgeving. Omwonenden krijgen voor elk project een brief met daarin informatie over werkzaamheden. Ook zijn er informatieavonden, die FPH Ploegmakers zelf verzorgt of waaraan het bedrijf in elk geval deelneemt. Bern: “Ons werk heeft nu eenmaal impact. Maar die beperken we waar dat kan, vooral door zo vroeg mogelijk te overleggen. In de brieven staan onze contactgegevens. Mensen kunnen in eerste instantie bij ons terecht. En waar mogelijk lossen we iets zelf op, voordat we onze opdrachtgevers ermee belasten. Die stellen dat op prijs.”
FPH Ploegmakers heeft op locatie meestal te maken met andere partijen. Denk bijvoorbeeld aan bouwbedrijven en installateurs. En voor het centrum in de Groote Wielen ook aan winkels, die gefaseerd opengingen. Bern, Luuk en hun collega’s hielden er rekening mee, stemden hun planning erop af en niet onbelangrijk: ze lieten het de gemeente en andere partijen weten als iets net even beter kon. Meedenken zit er nu eenmaal in bij FPH Ploegmakers, stelt Bern, een flexibele houding brengt alle betrokkenen verder. En dat er daardoor soms iets te veel op het eigen bord ligt? Het is ook voor Luuk geen probleem. “Sterker, volgens mij is het juist één van de redenen waarom de gemeente ons nog altijd voor het infrawerk vraagt.”
Uiteindelijk gaat het om de juiste balans, merkt Bern op. Een infrabedrijf moet productie draaien, zoveel is zeker. Maar een proactieve houding erbij kan best. Dat is wat een bedrijf als FPH Ploegmakers juist typeert, ook als het gaat om verduurzaming van het eigen werk. De RAW-systematiek schrijft weliswaar veel voor, zoals het gebruik van HVO-biobrandstof. Maar los daarvan zet FPH Ploegmakers ook zelf duurzame stappen. De aandrijving van materieel gaat steeds vaker elektrisch. En terwijl een kleine loader en minigraver al op stroom werken, volgen binnenkort ook een elektrisch aangedreven rupskraan en twee vrachtauto’s.
Bern merkt het belang van verduurzaming, opdrachtgevers leggen er steeds meer nadruk op. “Dus stellen we daarvoor een plan op. Daarin geven we onder andere aan met welk materieel we gaan werken, voor hoelang en welke reductie we ermee behalen. Dat kan inderdaad elektrisch, maar denk ook aan het eigen transport. We werken hier in de Groote Wielen aan meerdere projecten. Komt er ergens zand vrij, terwijl we dat verderop juist moeten leveren? Dan houden we de transportbewegingen klein. Zo creëren we werk met werk, verduurzamen we mee en besparen we kosten.”
Al dat maatwerk. De samenwerking en communicatie, en ook die duurzame bijdrage: in een opdracht zoals het centrumplan komt volgens Luuk alles samen. “Interesseert civiel werk je, dan leer je heel veel van zo’n project.” Bovendien weet Luuk inmiddels hoeveel zijn werk hem zelf heeft opgeleverd. “Ik ben 22 jaar en stuur collega’s aan die een stuk ouder zijn dan ik. Dan moet ik ze niet gaan uitleggen hoe zij hun werk het beste kunnen uitvoeren. Wél kan ik hun ervaring benutten en daar zelf veel van opsteken. Samen overleggen werkt juist heel goed. En helpt mij op die momenten dat het werk anders loopt dan ik had verwacht.